Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gooi het maar over de schutting

Geen moeilijker arbeidssector dan die van zorg en welzijn. Niet zozeer door de zwaarte of werkdruk van de professie, hoewel deze er door de huidige bezuinigingscultuur niet minder op worden. Nee, veeleer door de onafgebroken shifts in topics en paradigma’s, die tenminste één kenmerk gemeen hebben. Ze ontstaan in de systeemwereld van de sector en het bestuurapparaat.
'We moeten terugkeren naar de basisvraag hoe zorg ik voor mijzelf en de buren?'
'We moeten terugkeren naar de basisvraag hoe zorg ik voor mijzelf en de buren?'

De systeemwereld van instellingen en overheid is de afgelopen decennia een eigen leven gaan leiden, vrijwel los van de burger. Het duidelijkst bewijs voor die stelling is wel het geforceerde geloof in burgerkracht, dat de ultieme ideologische rechtvaardiging vormt voor de afbraak van de verzorgingsstaat. De burger dient in zijn kracht te komen, te ontdekken dat hij of zij decennia is gepamperd door goedwillende dienstverleners en zo een groot deel van de eigen regie is kwijtgeraakt.

Wij zijn verwend geraakt en moeten noodgedwongen versoberen en terugkeren naar de basisvraag ‘hoe zorg ik voor mijzelf en de buren?’.

Het bevoogdend karakter dat zou gelden voor zorg en welzijn ‘oude stijl’, verschijnt in een geheel nieuw jasje als zorg en welzijn ‘nieuwe stijl’. Omdat bestuurlijk en beleidsmatig toe te passen, komt er een indrukwekkende machinerie tot leven. Te beginnen met welzijnsideologen, die -op basis van vaak aanvechtbare historische analyses- de nieuwe contouren schetsen van het werk. Daar horen excursies bij naar ‘good practices’ in het buitenland. Bij voorkeur Angelsaksische landen , die qua cultuur en samenlevingsopbouw onvergelijkbaar zijn met ons land. Gevolgd door een eindeloze stroom van congressen, seminars en workshops. Daar worden de nieuwe mantra’s erin gehamerd , gekoppeld aan specifiek taalgebruik: ‘De regie moet worden losgelaten, maar niet over de schutting gegooid, teneinde de burgerinitiatieven te borgen’.

Omdat het een gecompliceerde operatie betreft is tenslotte de inzet van een leger aan onderzoeksbureaus, kennisinstituten en advies- en organisatieadviesbureaus een vereiste, die driftig aan de slag gaan met pilot projecten, die na verloop van tijd in de vergetelheid geraken.

Dat hele circus in de bovenbouw heeft één specifiek kenmerk gemeen: het eigen overleven. Daarin verschilt het ook niet van andere arbeidssectoren: onderaan in de hiërarchie vallen de hardste klappen, de bovenste lagen blijven tot het laatst gespaard.

De grootste rem op het ontstaan van burgerbetrokkenheid wordt veroorzaakt door de apologeten ervan. Het bestuurlijk circuit dat op de vleugels van de verzorgingsstaat een eigen leven is gaan leiden met de daaraan verbonden sociaal economische belangen. Het is juist het oerwoud van nieuwe wetgeving, bureaucratische regelgeving, nieuwe beroepsprofielen en onuitvoerbare transities waarin de burger die een initiatief wil nemen, dreigt af te haken. Veel burgers ontdekken al snel dat hun initiatief alleen op een zo groot mogelijke afstand van de systeemwereld een kans van slagen heeft.

Natuurlijk hecht ik waarde aan de rol van burgerbetrokkenheid in onze samenleving. Natuurlijk wijs ik niet met een beschuldigende vinger naar personen uit de systeemwereld. Wel vraag ik me af hoe dienstbaarheid aan de groepen die een marginaal bestaan leiden eindelijk eens ‘bottum up’ georganiseerd kan worden. Maar vrees dat de veel genoemde noodzaak tot cultuuromslag nog wel even op zich zal laten wachten.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.