Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wordt u er ook zo moe van?

Wordt u er ook zo moe van dat de burger onophoudelijk wordt opgeroepen om dat wat tot voor kort het monopolie van bestuurders, ambtenaren en professionals in de zorg en welzijnsector was, in eigen hand te nemen?
'Gebeurt er dan helemaal niets binnen bewonersnetwerken?'
'Gebeurt er dan helemaal niets binnen bewonersnetwerken?'

Daarbij  horen tal van nieuwe begrippen.  De laatste euforische,  wil ik u niet onthouden: ‘Stel burgergeluk centraal bij transities’. Het kader echter waarbinnen dit bevlogen taalgebruik wordt gebezigd, kent één opvallende afwezige. De burger. Want hoeveel  bewonersnetwerken zijn momenteel in de Nederlandse steden en dorpen direct betrokken bij het geven van vorm en inhoud aan transities? En dacht u dat ambtenaren, die jarenlang getraind zijn in het uitoefenen van een strakke formele regie over zorg en welzijn, nu warm en empathisch achterover leunen om ‘burgerbetrokkenheid’  een kans te geven?

Eerder zie ik een volmaakte spagaat , als ik wethouders hoor roepen dat de overheid terugtreedt uit het sociale domein om het burgerinitiatief  ruimte te geven, terwijl  ambtenaren verantwoordelijk zijn voor omvattende transities. In de praktijk levert dat een beeld op van een ogenschijnlijk strakke regie, terwijl er in de uitvoeringspraktijk vaak sprake is van façadebouw.

Vooralsnog hebben we te maken met een materie die voor menig professional en vrijwilliger meer vragen oproept dan helderheid schept. Dat kan worden afgelezen aan de overkill van druk bezochte seminars en congressen op dit gebied. De tarieven die daar worden gehanteerd garanderen in ieder geval dat geen bewoner zich laat zien.

Gebeurt er dan helemaal niets binnen bewonersnetwerken? Bewonersinitiatieven kenmerken zich als een bont geschakeerde lappendeken rond de meest uiteenlopende innovatieve projecten. Coöperatieve verbanden in dorpen en steden schieten als paddenstoelen uit de grond. Tuin-, energie-, zorg-  en duurzaamheidprojecten,beheer van maatschappelijk vastgoed als buurthuizen en bibliotheken hebben één gezamenlijk kenmerk:   de afstand producent en consument wordt verkleind, als reactie op regulering en overheidsbureaucratie en de monopoliestructuur van multinationals.

Deze initiatieven worden in de regel gedragen door  burgers die hoog opgeleid zijn, in korte tijd veel expertise opbouwen en zich niet zelden gefrustreerd voelen door een overheid die op basis van bestaande regelgeving en obsessieve reguleringsdrift eerder remt dan faciliteert.  De voorhoede van deze- potentieel-  maatschappelijke vernieuwing wordt gevormd door initiatieven die geen enkele bemoeienis van overheid of  grote institutionele verbanden meer dulden.  Dit om te voorkomen dat door sturing van buitenaf waardevolle experimenten vroegtijdig de mist in gaan.

Hier tekent zich de  tweede spagaat af tussen een overheid die burgerparticipatie nadrukkelijk wil incorporeren binnen het eigen transitiebeleid én de burger/ondernemer die  ‘baas  in eigen buurt’ wil zijn.

Maar of bovenstaande een landelijke tendens is? Meer en meer wordt duidelijk dat we het poneren van algemeen geldende ontwikkelingen  beter als ‘oud denken’ kunnen classificeren.

Om als troost te vermelden, dat  per basispraktijk de maat genomen dient te worden, wat betreft de rol die bewoners/vrijwilligers erin spelen. En dat daarbinnen grote verschillen bestaan in betrokkenheid van  lokale overheid , zorg en welzijn instellingen en de burger. We zijn getuige van een turbulent tijdsbeeld waarin iedere uitzondering  de regel niet bevestigt.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.