Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Een requiem voor Toon

Toen ik van vakantie terugkeerde, hoorde ik dat Toon was overleden. Hij is 59 geworden. Ik kende Toon van voetbal zo’n 45 jaar geleden. Hij kwam uit een groot klassiek Haags gezin. Ik zag hem niet vaak, maar als ik hem zag, maakten we altijd even een praatje.
Een requiem voor Toon

Lees hier meer blogs van Dik Hooimeijer >>

Een maand of vier geleden sprak ik hem voor het laatst. Hij zat op een terras in de stad en nodigde me uit er even bij te komen zitten. Hij vertelde me dat hij kanker had met uitzaaiing door zijn lijf. In het gesprek begon hij op zijn leven terug te blikken.

‘Leren kon ik niet’ zei hij. ‘Trouwens op dat schooltje waar ik toen zat, was je natuurlijk al bij voorbaat kansloos. Ken er niet één uit mijn tijd die iets is geworden.’ Hij vertelde dat hij in zijn leven verschillende baantjes had gehad, meestal in de bouw, maar er altijd weer uitgeknikkerd werd. Of ze vonden hem te lastig, of er moest personeel uit. Hij was altijd de pineut.

‘Joh en toen in de 80’er jaren, bij die grote werkloosheid was het eigenlijk voor mij afgelopen. Je kon naar de steun, kreeg een paar centen waar je met je gezin nauwelijks van kon eten en je moest het maar uitzoeken. Ja, en dan ga je lopen kloten natuurlijk hè. Probeert een beetje bij te schnabbelen want die koters wil je ook wel eens een keer een paar nette schoenen geven, toch? En dan werd je weer gepakt. Nou bonje maken natuurlijk bij de sociale dienst. En dan kreeg je weer poen.’

‘Heb je daarna niet meer gewerkt?’, vroeg ik hem.‘Nee niet echt. En Dik, weet je wat het ook was, je voelde je overbodig voor de maatschappij, weet je. Ze zagen je als uitschot, steuntrekkers die geen reet deden voor de samenleving. En ik zal je zeggen, ik wilde echt wel maar op gegeven moment krijg je zoiets van: val maar allemaal dood. Snap je? En er is dan niemand die naar je luistert. Man ik heb er zoveel over de vloer gehad die mij gingen vertellen wat ik moest doen. Dat trok ik niet meer.’

‘Ik denk wel eens dat als ik vijf straten verderop was geboren en aan de andere kant van de La Reyweg op school was gegaan, weet je, misschien had ik dan wel wat van mijn leven kunnen maken. Had ik wel een kans gehad. Bij ons thuis was niemand geïnteresseerd in leren.’

‘En ik heb ook een hoop rottigheid uitgehaald. Echt ik was, of beter, werd een echte etter. En daar heb ik eigenlijk ook wel spijt van maar weet je, je wilt toch iemand wezen. Ieder mens heeft toch behoefte om iemand te zijn, beetje respect. Nou ja dan maar een grote muil. Maar ik was niemand en ben het nog niet weet je en dat knaagt. En dan roepen die lui van de politiek dat je je kansen moet grijpen en als je dat niet doet is het je eigen schuld. Ja mooi maar dan moet je ze wel zien, ja. En ik heb ze niet gezien. Ze zijn misschien wel voorbij gekomen maar ik heb niet geleerd ze te zien. En er was echt niemand die me een beetje hielp om het te zien.’

‘En ik zeg je, je zou denken dat het nu wel anders is. Mooi niet. Ik zie zoveel van die gastjes in de wijk lopen etteren en donderjagen. Weet je van die minicrimineeltjes. En die zien het ook niet en niemand laat het ze zien. Snap je?’

Gelukkig heb ik hem nog aan het eind van het gesprek kunnen zeggen dat ik hem, ondanks alles toch wel wijs vond. Hij straalde een beetje toen ik dat zei.

Dik Hooimeijer (1954) is binnen Stichting MOOI, een welzijnsorganisatie in Den Haag en Zoetermeer, onder meer verantwoordelijk voor Marketing, Innovatie en Projecten. Sinds 1975 is hij werkzaam in de welzijnssector. Hij noemt zichzelf een absoluut welzijnsdier, maar is ook een oprecht criticaster. Naar zijn oordeel is welzijn te weinig innovatief en speelt het niet in op de tijdgeest. Volg Dik op Twitter via @Dikhooimeijer>>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.