Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

‘Het systeem veranderen spreekt mij meer aan’

Nadat ze jarenlang van de ene baan naar de andere baan in de zorg en welzijnssector ging, heeft de veertigjarige Fettje Nolles haar plek gevonden bij de stichting Welzijn Leeuwarden. Als manager samenlevingsopbouw ziet ze hoe de sector steeds meer integraal te werk gaat. ‘Het is nu zaak om tot meer afstemming te komen.’
‘Het systeem veranderen spreekt mij meer aan’

Door Ephraïm Patty – ‘Welzijnswerk dat zich richt op ouderen trok me eigenlijk altijd al aan. Als kind was ik al gefascineerd door het ouder worden. Dus al heb ik gewerkt in andere sectoren van het welzijnswerk, het is niet vreemd dat ik me toch vaak richtte op ouderen.’

‘Op 8 augustus 2008 fuseerde Stichting Welzijn Ouderen Leeuwarden, waar ik toen al een aantal jaren voor werkte, met Startpunt Inburgering In de Nederlandse Samenleving en Stichting Wijkwerk Leeuwarden. We zijn verder gegaan onder de naam Welzijn Leeuwarden. Ik werk hier als manager en houd me voornamelijk bezig met de projectmatige kant van het ouderenwerk en het opbouwwerk. Dat doen we in veel diverse projecten. Zo zijn we nu begonnen met een project waarin allochtone jongeren klusjes doen voor ouderen. Dat ik nu de managementkant op ben gegaan, wil trouwens niet zeggen dat ik alleen maar op kantoor zit. Zo hield ik me bijvoorbeeld vorig jaar nog bezig met buurtbarbecues, waarin we met bewoners praten over hun buurt.’

‘Ik koos heel bewust voor de studie opbouwwerk aan de Noordelijk Hogeschool in Leeuwarden. Toen ik er net begon, had ik heel erg dat sturm und drang-gevoel: ik zag hoe er met mensen werd omgegaan in de welzijnssector, vond dat het veel beter kon en wilde daar verandering in brengen. Waarschijnlijk heb ik dat gevoel van huis uit meegekregen, ik kom uit een Fries arbeidersgezin dat PvdA stemde. Het was belangrijk dat je opkwam voor de zwakkeren, de sterke schouders dragen de last voor de zwakkeren. Dat heeft me toch gevormd, denk ik.’

‘Waarom ik voor de richting opbouwwerk koos en niet voor maatschappelijk werk? Als maatschappelijk werker kijk je meer naar de persoon, die probeer je te veranderen. Terwijl je in het opbouwwerk vooral het systeem probeert te veranderen, iets wat mij meer aanspreekt.’

Zoen
‘Mijn eerste ervaring in deze sector vergeet ik nooit meer. Ik was zeventien en ging als vrijwilliger mee zwemmen met verstandelijk gehandicapten. Ineens kwam een vrouw van zestig op mijn schoot zitten en gaf me een kus. Dat leerde me nog meer dat dingen anders lopen dan je zelf gewend bent. Je moet er niet van uitgaan dat anderen dezelfde normen en waarden hebben die je zelf hebt, zeker binnen het opbouwwerk.’

‘Ik ben afgestudeerd in een periode dat er weinig werk was in deze sector en zei overal ja op. Dat zorgde er bijvoorbeeld voor dat ik als vierentwintigjarige op het Friese platteland in Harlingen terecht kwam en er alles moest regelen. Ik was net afgestudeerd en deed er meteen uitvoerend werk, voerde gesprekken met de gemeente en moest ook subsidies regelen. Dan ben je eigenlijk nog maar een meisje, maar werk je aan zaken waar een directeur zich normaal gesproken mee bezighoudt. Door zulke klussen kreeg ik steeds meer de behoefte om de managerskant op te gaan; vanaf deze plek kun je naar mijn idee meer doen om situaties te veranderen.’

‘Als je iets ziet, dan ben je daar ook verantwoordelijk voor, daarvan ben ik overtuigd. Als ik bijvoorbeeld iets zie gebeuren in de buurt waar ik woon, dan spreek ik de mensen erop aan. Dat geldt natuurlijk ook, of misschien wel juist, in het welzijnswerk. Als jij diegene bent die iets signaleert, mag je de situatie niet meer laten gaan tot het weer op de rails staat. Juist omdat je in het welzijnswerk te maken hebt met mensen die geen vrienden en familie hebben die hen er weer bovenop kunnen helpen.’

‘Voor mij is het meer nuchter redeneren dan gevoelswerk. Als je problemen rustig bekijkt, de knoop rustig weet te ontwarren, dan kom je al een heel eind. Ik ben wel weer heel fanatiek in mijn werk, daar speelt mijn gevoel wel een belangrijke rol in. Zo zat ik zondag op kantoor, ik had nog werk liggen en wist dat ik anders toch niet goed in mijn vel zou zitten als ik thuis zou zitten. Nu kon ik die avond tenminste rustig op de bank zitten.’

Verantwoording
‘In de achttien jaar dat ik in deze sector werk is er enorm veel veranderd. De grootste verandering is dat er steeds meer naar verantwoording wordt gevraagd, het moet steeds helderder zijn wat je doet. En dat vind ik een goede zaak, net als het feit dat de dienstverlening weer belangrijk wordt waar men het een tijdje terug nog over termen als “producten” had.’

‘De gemeente Leeuwarden heeft sinds een aantal jaren als speerpunt “Iedereen kan meedoen”, dat dragen ze ook uit naar alle welzijnsorganisaties. Natuurlijk kun je wel discussies hebben over de manier waarop de gemeente het allemaal  wil aanpakken, maar hun ambitie en waar de gemeente naartoe wil spreken me enorm aan. De bevolking verkleurt, je hebt de vergrijzing… Zulke zaken maken het werk niet alleen ingewikkelder, maar ook leuker. Verder denk ik dat de hele sector in de komende tien jaar steeds meer integraal te werk gaat en ik ben benieuwd waar we hier in Leeuwarden naartoe gaan.’

Aanvullen en afstemmen
‘Als ik kijk naar onze nieuwe organisatie, dan ben ik ontzettend positief. Er was geen overlapping op bepaalde gebieden bij de drie fusiepartners, dus we vullen elkaar vooral goed aan. Het is nu zaak om nog tot meer afstemming te komen, niet alleen binnen onze organisatie maar ook met externe partijen.’
‘Zelf zit ik hier erg op mijn plek: ik doe mijn werk graag en zit hier tussen collega’s die met enorm veel passie en bevlogenheid werken. Voor mij was het ook een bewuste keuze om hier te werken. Ik zit hier omdat ik dat wil, niet omdat ik het moet.’

Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 5, mei 2009.

1 REACTIE

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.