Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Mantelzorgers cijferen zichzelf vaak weg. Als een treinrit met een onbekende bestemming

Mantelzorgers zijn niet meer weg te denken uit het informele circuit, maar velen van hen hollen zichzelf voorbij. Anne-Marie Vermaat maakte het mee tijdens de ziekte van haar man. ‘Ik deed het met liefde, maar waar bleef ik?’

Door Mariëlle van Bussel – De datum staat nog vers in haar geheugen

gegrift: 16 augustus 2002. De dag waarop haar man de diagnose ‘niet te opereren

maagkanker’ te horen kreeg en tevens de dag waarop Anne-Marie Vermaat dus ineens

‘partner van een kankerpatiënt’ werd. Mantelzorger dus. ‘Alsof er een trein

staat te wachten op een perron waar je niet voor gekozen hebt. Maar je moét

instappen, niet wetende met welke bestemming’, blikt ze terug.

Continu gestrestZeven jaar lang had Vermaat al voor

haar moeder in het verpleeghuis gezorgd, maar ze had nooit nagedacht over hoe

het zou zijn om voor een zieke partner te zorgen. Ineens stond ze ervoor, zonder

zich af te vragen of ze deze rol wel gewild had. Soms kwam die gedachte naar

boven, natuurlijk wilde ze dit, en nee, eigenlijk ook helemaal niet.

‘Mijn man was er klaar voor om tegen de kanker te vechten, maar was ík er

klaar voor? Je durft jezelf die vraag niet te stellen, voelt je er schuldig

over. De buitenwereld vindt het niet meer dan normaal, dat doe je toch voor je

partner? Het was hartstikke zwaar, maar als ik dat gevoel uitsprak, waren er

altijd mensen die het wilden afzwakken. Dat is vervelend en moeilijk ook.’

De maagkanker bleek uiteindelijk een non-hodgkin lymfoon en wél te genezen.

Een chemokuur en een operatie hielpen haar man er na ruim zeven maanden bovenop.

Een periode van veelvuldig heen en weer rijden naar het ziekenhuis, thuiszitten

met een doodzieke man en spoedopnames. Vermaat was partner, moeder, mantelzorger

en spreekbuis tegelijk.

Ondertussen ging haar eigen werk, als behandelaar van mensen die met

verlies te maken krijgen, gewoon door. Vermaats leven draaide op volle toeren en

ze voelde zich alsof de thermostaat permanent te hoog stond. ‘Ik had een

constant hoog stressniveau, stond 24 uur per dag paraat. Er komt zoveel op je

af! Een chemokuur, wat is dat eigenlijk? De onzekerheid, de zorgen, gaat hij nu

dood? Samen onder de douche, want hij kan zomaar vallen.’

Alles stond in het teken van ‘het rotjong kanker’, zoals Vermaat het zelf

noemt. ‘Maar waar bleef ik?’, vraagt ze zich af. ‘Ik kreeg óók de boodschap

kanker, wat zou er met mij gaan gebeuren? Daar had ik het zelden over, het was

geen issue. Ik deed het met liefde, maar waar was mijn houvast?’

Lees het hele artikel in Zorg + Welzijn Magazine nummer 12, 5 december

2007

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.