Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Buurtkamer in Enschede haalt ouderen uit hun isolement: Een stimulans voor vitaliteit

Babbelen, kopje koffie en computerles. De buurtkamer in Enschede biedt 55-plussers de mogelijkheid weer mensen te ontmoeten en activiteiten te ondernemen. Het project moet mensen achter de geraniums weg halen. Dat zorgt voor een beter psychisch en lichamelijk welzijn van ouderen. ‘Die excursie naar de nieuwe bierbrouwerij, daar kan ik weer twee weken op leven.’

‘Snijbonen? Ik lust alles, maar snijbonen, nee!’ Het avondeten is een veelbesproken onderwerp in de buurtkamer. Evenals trouwens alle lichamelijke mankementen en de familierelaties in de wijk. ‘Wij hadden vroeger een groentetuin en dan maakte mijn moeder snijbonen in van die grote tonnen die bij ons op de overloop stonden. Als wij snijbonen aten, ging die ton open, en dat stonk zo! Ik ruik het nog steeds.’

Van de snijbonen gaat het gesprek over op het zangkoor, waar iemand zingt die ook familie is van de caissière van C1000. Het gesprek wordt vakkundig aangevoerd door Alfred Kat van vrijwilligersorganisatie Humanitas. Hij weet met zijn gespreksonderwerpen de belevingswereld van de ouderen heel gericht aan te spreken.

De kleine, sobere woonkamer van de seniorenwoning – die speciaal voor het buurtkamerproject is vrijgemaakt – loopt langzaam vol deze dinsdagmiddag. De bezoekers koken en eten gezamenlijk op zondag in het kleine keukentje. De twee kleine slaapkamers worden gebruikt voor heel basale computer- of taalcursussen door vrijwilligers. Het betegelde tuintje dient als zonneterras, ‘waar in de zomer driftig gebruik van wordt gemaakt,’ verzekert Kat.

Eenzaamheid

Het is vooral gezellig in de buurtkamer. Het onderlinge contact is overduidelijk de reden waarom de ouderen uit de Enschedese wijk Helmerhoek de voorziening opzoeken. Zo’n tachtig bezoekers per week komen er, volgens Annette Oude Vrielink, stadsdeelmanager van Enschede-Zuid en initiatiefnemer van de buurtkamer. De buurtkamer is elke dag ’s ochtends en ’s middags twee uur open, behalve op zaterdag. Op zondag kan er samen worden gegeten.

Oude Vrielink kwam op het idee naar aanleiding van een project ‘Senioren en veiligheid’. ‘Tijdens de bijeenkomsten hier in de wijk gaven de ouderen te kennen dat zij hun buurt niet meer kenden en dat de buurt niet wist wie zij waren. We moesten dus iets doen aan de contacten. Op een plek centraal in de wijk gelegen, waar ouderen gemakkelijk naar toe gaan.’

De subsidie van de provincie loopt binnenkort af en de kosten zullen nu door de gemeente en door de zorg- en welzijnsinstellingen moeten worden gedragen. Deze instellingen werken ook samen met Humanitas, voor verwijzing van nieuwe bezoekers en de organisatie van activiteiten.

Behalve via mond-tot-mondreclame en het huis-aan-huisblad, komen veel bezoekers via hulpverleners bij de buurtkamer terecht. ‘We willen ouderen bereiken die geïsoleerd thuis zitten te verpieteren,’ zegt Kat. ‘Zorg voor ouderen is vaak redelijk goed thuis te organiseren, maar dat ligt anders voor welzijn. Er komen hier mensen die niet eens meer achter de geraniums zitten, die hebben kunstbloemen die ze niet hoeven te verzorgen. Ze komen nooit meer buiten, alleen om koffie en suiker te kopen. De buurtkamer dient dan als een veilig nestje, van waaruit je weer de buurt in kan gaan. Hier ontmoet je mensen, met wie je iets kunt afspreken. Hier nemen ze deel aan activiteiten, waarover ze met hun kinderen kunnen praten. Toen we onze eerste excursie organiseerde naar een museumboerderij en naar de nieuwe bierbrouwerij, vertelden deelnemers mij dat ze in geen tien jaar meer uit waren geweest. Een van hen zei dat ze op dit uitje weer twee weken kon leven.’

Eenzaamheid is een te weinig onderkend probleem onder ouderen, weet Kat. Mensen kunnen veelal zelf niet herkennen dat ze weg zitten te kwijnen. ‘Het is een langzaam proces dat in je leven sluipt. Eerst ga je even niet meer naar buiten omdat je wat slechter ter been bent of je niet lekker voelt. Dat gaat van kwaad tot erger en tenslotte ga je maar helemaal niet meer naar buiten. Vervolgens ben je van je omgeving geïsoleerd.’

De buurtkamer wil ook het zelfstandig wonen van ouderen bevorderen. ‘Maar dat is lastig te onderzoeken,’ zegt Oude Vrielink van de gemeente, ‘je kunt het niet goed meten. Maar er zijn wel voorbeelden aan te geven waarin dat doel duidelijk tot uiting komt. Bij een mevrouw die hier nu vaker komt, kon de thuiszorg deels worden afgebouwd. Dat extra kopje koffie samen met de thuishulp hoefde niet meer. Bovendien vond de vrouw ook weer energie om zelf iets meer in het huishouden te doen.’

Opleven

De bezoekers van de buurtkamer worden begeleid door vrijwilligers van Humanitas, vrijwilligersorganisatie voor samenleving en maatschappijopbouw. Zij komen uit dezelfde doelgroep als de bezoekers en hebben vaak dezelfde achtergrond – namelijk eenzaamheid. ‘Je ziet dat senioren vaak opleven als ze weer onder de mensen komen,’ aldus Kat. ‘Dan gaan ze weer dingen ondernemen en komen erachter dat ze veel meer in hun mars hebben dan ze zelf dachten.’ Alle vrijwilligers krijgen een training en hebben maandelijks cursussen, waarin ze worden ‘bijgespijkerd’, bijvoorbeeld over hoe je vragen stelt die ook informatie geven over de persoon. Of over hoe je met bepaalde penibele of persoonlijke situaties omgaat. De gezamenlijke achtergrond en leeftijdscategorie van vrijwilligers en bezoekers heeft vooral voordelen – de belevingswereld en referentiekaders zijn hetzelfde.’

‘Mijn man is drie jaar geleden overleden,’ vertelt één van de vrijwilligsters. ‘Dat maakt je leven echt anders. In het begin was ik wel wat angstig om alleen eruit te gaan. Ja, dat ben je niet gewend. Ineens komen er ook veel minder mensen bij je over de vloer. Echtparen komen niet meer, tja waarom? Er is geen man meer om mee te praten. En alleen komen die vrouwen niet zo snel bij je langs. Ik heb hier in de buurtkamer computerles gehad. Je wordt wel wat vrijer als je weduwe bent. Je moet wel, want je moet alles alleen doen. Ik vond het eigenlijk wel goed hier en heb gevraagd of ik ook iets kon doen. Nu ben ik vrijwilligster in de buurtkamer.’

De buurtkamer staat open voor alle 55-plussers in de wijk. In de praktijk komen er vooral vrouwen tussen de 65 en 80 jaar. En allochtone ouderen, wil Kat toch zeker vermeld hebben. De wijk Helmerhoek kent een Turkse, Arabische en een vrij grote Syrisch-orthodoxe gemeenschap. Met extra subsidie heeft de gemeente allochtone zorgconsulenten aangetrokken die deze groep ouderen direct benaderen. Dat gaat heel voorspoedig, volgens Kat. De taal is een probleem, erkent hij, maar de allochtone ouderen gaan in de buurtkamer op taalles, die weer wordt gegeven door een vrijwilliger. ‘Er is geen enkele terughoudendheid in het contact. Integendeel, mensen zijn heel geïnteresseerd in elkaar, wisselen recepten uit, praten over problemen thuis. En dan blijkt dat er bijna geen verschillen zijn, alleen dat je in een ander land bent geboren en getogen.’

De groep ouderen die niet bereikt wordt, denkt Kat, zijn de mensen bij wie geen hulpverlening in huis is. ‘Het zijn vaak de hulpverleners die signaleren dat iemand steeds verder geïsoleerd raakt. Dat zijn kringetje steeds kleiner wordt en de drempel om het huis uit te gaan steeds hoger. Deze mensen zullen ook niet gauw zelf de buurtkamer binnenstappen, tenzij ze door iemand worden meegenomen.’

De bezoekers hoeven geen bijdrage te betalen voor de buurtkamer. De koffie, thee of frisdrank kost 50 cent en de activiteiten en het etentje op zondag worden ook door de deelnemers zelf betaald. ‘Als we uitgaan en iemand kan niet het gebakje bij de koffie betalen, dan halen we dat geld uit het klompje,’ zegt Kat en wijst naar de spaarpot op het tafeltje. ‘Wie wat beter bij kas zit doet daar regelmatig wat in. We hebben er ook een kleine friteuse van gekocht om hartige hapjes, vooral op zondagmiddag, te kunnen maken.’

‘De theezakjes mag je aan mij geven,’ gooit mevrouw Van Voorst in de groep, ‘die spaar ik voor mijn vriendin. Die maakt er van alles van, kaarten, briefpapier en hele schilderijen.’ ‘Ik heb veel geborduurd,’ gaat mevrouw Luisma verder, ‘maar ik heb een oogziekte, dat kan niet meer. Ik heb nog een tijd met een loep geprobeerd te werken, maar ach….’ ‘Vroeger naaide ik alles,’ springt mevrouw Eitink in, ‘jurken, jassen, broeken. Voor de kinderen hoef ik dat niet meer te doen. Die zeggen: “Wat zou je je druk maken als je alles goedkoop in de winkel kunt krijgen”. Maar als je het zelf naait, dan heb je wel iets unieks…’/Carolien Stam

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.