Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties3

Interculturele zorg: Migrant of niet, het draait om inleving

Het aantal oudere migranten groeit. Vaak komt de zorg voor hen neer op de schouders van hun dochters. Maar die hebben ook een druk leven. En dus doen steeds meer oude migranten een beroep op de reguliere zorg. Hoe pakt dat uit?
Interculturele zorg: Migrant of niet

De cliënt staat centraal, dat verkondigt iedere zorginstelling. Met een groeiend aantal cliënten met diverse culturele achtergronden wordt het voor zorg- en welzijnorganisaties steeds belangrijker om daarop in te spelen. De vergrijzing binnen deze groep zal sterk toenemen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek: tussen nu en 2050 van een kleine 70.000 naar ruim 520.000.

Rouwverwerking
Vooral in de ouderenzorg is cultuursensitiviteit belangrijk. Mensen die dementeren, grijpen terug op wat ze kennen, dus ook op de eigen taal en gewoonten. Daar dien je rekening mee te houden, is de ervaring van brancheorganisatie ActiZ. Om intercultureel zorg- en personeelsbeleid op de agenda te zetten bij de 425 aangesloten zorginstellingen, begon ActiZ enkele jaren geleden met het project ‘ActiZ geeft kleur aan zorg’, meegefinancierd door het ministerie van VWS. Doel was om de zorg toegankelijker te maken voor zowel allochtone ouderen als personeel met een niet-westerse achtergrond. ‘Het belang van interculturalisatie is nog niet bij iedere zorgondernemer aanwezig. Iedereen krijgt er vroeg of laat mee te maken, ook buiten de Randstad’, benadrukt ActiZ-directeur Aad Koster. ‘Vaak ontbreekt de kennis. Onbekend maakt onbemind. Hoe is het te combineren met het bestaande aanbod? Hoeveel ruimte plan je in? Hoe ga je om cultuurverschillen wat betreft voeding, feesten, familietradities, ziekte, rouwverwerking en wonen?’

Drechtsteden
Een belangrijke rol binnen het ActiZ-project is weggelegd voor het zogeheten ‘leernetwerk ambassadeurs interculturalisatie’. Hierin wisselen bestuurders, managers en zorgverleners ervaringen uit om meer oog te krijgen voor diversiteit op beleids- en uitvoeringsniveau. Koster: ‘In verschillende regio’s zijn deelprojecten met succes uitgevoerd. In Brabant is bijvoorbeeld een verzorgingstehuis voor migranten opgezet en in de Drechtsteden is een instroomproject gestart om Turkse en Marokkaanse vrouwen te stimuleren in de zorg te gaan werken.’

Koudwatervrees

Analyses, onderzoeken, evaluaties, proefprojecten en rapportages. Over interculturalisatie in de (ouderen)zorg is de afgelopen decennia vooral veel geschreven en gediscussieerd, maar weinig daadkracht getoond, vindt Frits Rijsemus, locatiemanager bij WZH Zorgcentrum Transvaal in Den Haag. Als succesvol multicultureel en multifunctioneel woonzorgcentrum heeft Transvaal al jarenlang een voorbeeldfunctie als het gaat om voorzieningen voor oudere migranten. Vanuit het hart van de multiculturele wijk Transvaal biedt deze zorgorganisatie onder meer dagbesteding voor Surinaamse en Turkse senioren. Rijsemus: ‘Beleid maken op papier, daar zijn wij Nederlanders goed in. Om de volgende stap te zetten, werk-in-uitvoering, heb je durf nodig. Ik denk dan ook dat veel zorginstellingen simpelweg koudwatervrees hebben. Bang voor kritiek. Bang om te falen.’

Het Haagse zorgcentrum speelde in op de veranderingen in de wijk, waar in de loop der jaren Surinaamse en Turkse ouderen vergeleken met autochtone senioren de meerderheid gingen vormen. In 1990 ging het roer om en groeide het traditionele verzorgingshuis uit tot een multicultureel centrum. Inmiddels zoeken dagelijks tientallen Hindoestaanse Surinamers elkaar op in zorgcentrum Transvaal. Ze voelen zich er helemaal thuis en kunnen er in hun eigen taal met elkaar praten. Ook de activiteiten zijn toegespitst op hun achtergrond. Zo kunnen de ouderen lessen Nederlands krijgen, samen koken en samen eten.

Tweetalig
‘Wij houden ons al meer dan twintig jaar bezig met interculturele ouderenzorg. Wat niet wil zeggen dat het altijd op rolletjes loopt’, vertelt Rijsemus. ‘Je bent voortdurend aan het pionieren. Hoe speel je het beste in op de wensen van de cliënt? Hoe behoudt hij zijn eigen identiteit? Wat verwacht de familie van ons? Een goede band opbouwen met de familie is heel belangrijk, want die bepaalt wat er gebeurt. Voor heldere communicatie maken wij op de werkvloer zoveel mogelijk gebruik van tweetalige zorgverleners, met eenzelfde culturele achtergrond als de cliënt. We geven hen zoveel mogelijk verantwoordelijkheid. Details vullen ze zelf in.’

Wat ook goed werkt, is om meer tweetalige medewerkers in kaderfuncties te hebben, benadrukt Rijsemus. ‘En daarnaast schenken we natuurlijk aandacht aan alle religieuze feesten, van Sinterklaas tot de ramadan, en kunnen de mensen in onze multifunctionele gebedsruimte terecht om hun geloof te belijden. ’

Hokjesgeest
De eerste generatie migranten is een kwetsbare groep. Ze hebben minder te besteden dan autochtone ouderen, kampen vaker met gezondheidsproblemen en eenzaamheid. Velen spreken niet of nauwelijks Nederlands en weten de weg in zorg- en welzijnsland niet. Daardoor kunnen ze moeilijk voor hun belangen opkomen. Vaak komt hulp en ondersteuning op de kinderen neer. De helft van de Marokkaanse kinderen zorgt volgens traditie voor hun ouders, bij Turken is dat een derde. In de praktijk zijn het vooral de dochters en schoondochters van wie wordt verwacht dat ze voor de ouderen zorgen. Deze tweede generatie is echter goed geïntegreerd en zit vaak niet te springen om extra zorgtaken naast een baan en een gezin.

Uit het onderzoek Gezondheid en welzijn van allochtone ouderen (Sociaal Cultureel Planbureau, 2004) blijkt dat meer dan tweederde van de Turkse en meer dan de helft van de Marokkaanse 55-plussers de thuiszorg niet kent. Daar moet verandering in komen, vindt Amita Ramnarain, die in 2002 intercultureel thuiszorgbureau SPV oprichtte. Gestart als ZZP’er in de regio Twente, groeide SPV uit tot een landelijk opererende thuiszorgorganisatie met 200 medewerkers.

Zielig hoopje
‘We werken hard in de zorg, maar het aanbod sluit niet aan op de wensen van de cliënt’, stelt Ramnarain. ‘Dat geldt ook voor migranten. De gedifferentieerde aanpak, waardoor iemand vijf verschillende zorgverleners over de vloer krijgt, is mij een doorn in het oog. Wij werken met het principe van casemanagers: één contactpersoon per cliënt met, voor zover mogelijk, één zorgverlener’, zegt ze.

Zorgbehoevenden met een niet-Nederlandse achtergrond worden volgens Ramnarain snel als zielig hoopje gezien en in een hokje gestopt. ‘Dat vind ik een verkeerde benadering. Je kunt een bevolkingsgroep ook niet over een kam scheren. Als de ene Surinaamse vrouw iets wil, betekent dat niet dat een andere Surinaamse vrouw hetzelfde wenst. Elke cliënt heeft zijn of haar individuele wensen en behoeften, Nederlands of niet-Nederlands. Hoe je daarop aansluit? Door het te vragen, goed luisteren en de tijd te nemen. Dat klinkt allemaal simpel, maar het gebeurt toch te weinig. Neem bijvoorbeeld de maaltijdbereiding. Eten is enorm belangrijk in vele niet-westerse culturen. Zo is Hindoestaanse voeding moeilijk verkrijgbaar in Twente en omgeving. Of erg duur. In overleg met een Turkse winkelier die regelmatig afreist naar het westen, hebben we geregeld dat hij regelmatig Hindoestaanse ingrediënten meeneemt’, vertelt Ramnarain. ‘Het gaat om je houding. Misschien krijgt een zorgverlener eens het verzoek om mee te gaan naar de moskee. Sta ervoor open.’

Roddelcultuur
Slechts weinig medewerkers van het Hengelose thuiszorgbureau hebben een niet-westerse afkomst. Volgens Amita Ramnarain is het een misvatting dat de migrantencliënt geen Nederlandse hulpverlener zou dulden. Een product uit de roddelcultuur, noemt ze het. Naast het feit dat het onhaalbaar is om voor iedere cliënt een zorgverlener met dezelfde culturele achtergrond te bieden, staat voor Ramnarain voorop dat goede zorg alleen kan worden verleend als de zorgverlener het intercultureel denken onder de knie heeft. ‘Om je in te leven in de cliënt, hoef je niet over de dezelfde voorouders te beschikken. Goede zorg heeft zelfs meer kans van slagen als er sprake is van professionele afstand. Desalniettemin zie ik graag meer medewerkers met een niet-Nederlandse achtergrond in het personeelsbestand, maar die zijn vrijwel niet te vinden. Onder allochtone jongeren heeft de zorg nauwelijks aanzien.’

Aan de slag
Om migranten op een laagdrempelige wijze te interesseren voor de zorgbranche, ontwikkelde Ramnarain een basiscursus voor mantelzorgers die op een professionele manier willen leren zorgen voor hun naaste. Vooral allochtone vrouwen van 45 jaar en ouder zijn na het voltooien ervan enthousiast en willen graag aan de slag in de zorg. Deze groep, die moeilijk te benaderen is voor werk buiten de deur, voelt het als een tweede kans om aan het werk te komen. Inmiddels wordt de cursus door diverse instanties, waaronder het UWV, vergoed.

‘Voor mij is het ook een kwestie van inspelen op de toekomst’, verklaart Ramnarain. ‘Iedereen weet dat ons rond 2020 een groot tekort staat te wachten aan zorgpersoneel, terwijl de groep migrantensenioren alleen maar groter wordt. Als directeur van een eigen bedrijf moet je voortdurend innoveren en vooruitkijken.’

Dit artikel staat in Zorg + Welzijn Magazine nummer 1, januari 2010.  

Wil je meer weten over cultuursensitieve zorg? Bezoek dan het Cultuursensitieve Zorg congres van 17 november 2023.

3 REACTIES

  1. Wat een onzin,heb je nooit gehoord van respect voor elkaars geloof of cultuur.
    Er zijn genoeg uit nederland afkomstig bejaarden mensen die niet door een mannelijke of vrouwelijke verzorgende gewassen willen worden.
    Daar hou je toch ook rekening mee!!
    Tenminste dat vind ik normaal

  2. Lees alle reacties
  3. Hoe zo ze zijn hier dus moeten ze zich aan passen aan onze gebruiken, dus mannen wassen gewoon islamitische vrouwen, en turkse en marokaanse mannen wassen ook Nederlandse mannen hun piemel.
    Atte Houtsma; man 30 jaar werkzaam als verzorgende in de Thuiszorg.

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.