Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

MOgroep Jeugdzorg: ‘Jeugdreclassering richten op hele gezin’

De jeugdreclassering moet zich niet uitsluitend op het kind, maar meer nadrukkelijk op het gezin richten. Dat zegt MOgroep Jeugdzorg-bestuurder Wiel Janssen in een reactie op de wettelijke aanpassingen voor verplichte nazorg voor jeugdige gedetineerden.
MOgroep Jeugdzorg: 'Jeugdreclassering richten op hele gezin'

Door Carolien Stam – Nieuwe wetgeving om nazorg voor gedetineerde jongeren verplicht te maken is prima, vindt MOgroep Jeugdzorg. De brancheorganisatie voor de jeugdzorg, waar jeugdreclassering onder valt, vindt wel dat de nazorg niet alleen op het kind gericht moet zijn – zoals nu meestal het geval is – maar vooral ook op het gezin.

Opvoedingssituatie
‘In de praktijk blijkt dat jeugdigen die een ernstig delict plegen, al thuis in de opvoedingssituatie flinke problemen ondervinden’, zegt Wiel Janssen, directeur van Bureau Jeugdzorg Agglomeratie Amsterdamen bestuurder van de MOgroep Jeugdzorg. ‘De jeugdreclassering zou zich meer moeten richten op wat er mis is in het opvoedingssysteem. Dat betekent dat je in huis gaat kijken wat er aan de hand is, dat analyseert en daar vervolgens ondersteuning bij zoekt.’

Verplichte nazorg

Staatssecretaris Albayrak van Justitie kondigde afgelopen week aan dat alle gedetineerde jongeren na afloop van hun jeugddetentie of PIJ-behandeling (Plaatsing in een Inrichting voor Jeugdigen, een soort jeugd-tbs) een verplicht nazorgtraject moeten volgen.
Op dit moment is nazorg wel mogelijk, maar meestal alleen ingekaderd in voorwaarden die de rechter stelt aan de straf. Op vrijwillige basis zijn er weinig gedetineerde jongeren die nazorg zoeken. De recidive onder gedetineerde jongeren is 78 procent binnen 7 jaar.

Goede verbindingen
MOgroep Jeugdzorg toont zich groot voorstander van de verplichte nazorg, omdat elke jongere ook “gepakt” kan worden voor verdere begeleiding. Een belangrijke voorwaarde voor de uitvoering van het nazorgsysteem is wel, aldus Wiel Janssen, dat er goede verbindingen worden gelegd tussen betrokken instanties.

Netwerkberaad
‘Bureau Jeugdzorg raakt jongeren soms kwijt omdat ze opgepakt worden en ergens in een ander deel van het land opgesloten zitten in een jeugdinrichting, maar wij weten daar niets van,’ illustreert Janssen het samenwerkingsprobleem. Justitie is nu bezig met netwerkberaden binnen de justitiële jeugdinrichtingen (jji). Daarin zitten vertegenwoordigers van de Raad van de Kinderbescherming, jji en Bureau Jeugdzorg.

Janssen: ‘Het netwerkberaad ziet elk kind dat de jji binnenkomt en legt contact met het Bureau Jeugdzorg uit de regio waar het kind vandaan komt. Op die manier kan BJ met ouders en kind de voorbereiding voor de nazorg treffen. Het is ook van belang dat het netwerkberaad de verbinding met andere instanties binnen de gemeente legt, bijvoorbeeld met het onderwijs.’

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.