Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties1

Dé burger bestaat niet

Hoe puur en eenvoudig de reactie van kinderen kan zijn, werd me weer duidelijk op de ouderavond van onze zoon van zes. De juf legde uit dat ze het thema EEN aan het behandelen was en de vraag was: waar is er maar 1 van? Wat is uniek? Eén van de kinderen had gezegd: 'IK'. En zo is het maar net. En dat is nou precies wat ik in mijn werk als manager Burgerschap zo moeilijk en tegelijk uitdagend vind. Het laten meedoen van al die ‘ikken’, al die unieke (in dit geval Haagse) individuen.
Dé burger bestaat niet

Met het team bij HOF verzinnen we van alles om burgers te laten meedoen – met als doel dat ze zich uiteindelijk als vrijwilliger in Den Haag willen inzetten. Projecten, ontmoetingen, workshops. Maar het kost soms veel moeite om mensen te verleiden mee te doen. En als ze al meedoen dan is het ook niet altijd zo dat ze dat vaker gaan doen.

‘Ze’ zijn niet nieuwsgierig, hebben het druk, vinden vrijwilligerswerk onvoldoende opleveren. De kunst is dus om de burger te verleiden, zodat die wel nieuwsgierig wordt en vindt dat het (wat?) iets oplevert. Maar juist doordat iedereen uniek is (scherp opgemerkt door een kind), zullen we burgers in al hun diversiteit moeten proberen te benaderen. En zo het burgerschap moeten aanwakkeren. 

Dé burger bestaat gewoonweg niet. Daarom ben ik blij dat in de nieuwe Haagse gemeentelijke vrijwilligersnota nog scherper enkele groepen worden onderscheiden: gehandicapten, jongeren en Hagenaars van niet-Nederlandse afkomst. Het is nu aan ons en aan de andere Haagse welzijnsorganisaties om met kennis van de diverse doelgroepen (nog meer) een aanbod op maat te maken. Bijvoorbeeld een training om senioren toe te leiden naar vrijwilligerswerk, met specifieke aandacht voor migrantensenioren.

Het is net marketing. Dat het vaak ontbreekt aan kennis over diezelfde burgers die we zo graag willen bereiken, zal ik in een volgende weblog beschrijven. Beloofd. Een handicap bij dit alles is dat burgerschap vooral wordt geassocieerd met inburgeren. Terwijl burgerschap over iedereen gaat! Bovendien worden sommige groepen op dit moment overvraagd en anderen onderschat. Wij moeten op zoek naar de burgers die onderschat worden, de parels.

Ik heb ‘gegoogled’ naar ‘burgerschap’. Bovenaan komt de site die alle informatie geeft voor onderwijsinstellingen. Zij zijn sinds 2006 verplicht dit thema in hun lessen te behandelen. Mijn handen jeuken om uit te zoeken hoe scholen dat eigenlijk doen, want ik hoor er nooit iets over. Vervolgens Wikipedia. Deze bron noemt burgerschap ‘een term die vaak gebruikt wordt in discussies rond integratie’.

Burgerschap gaat over meedoen. Joke van het woonwagenkamp die in de bijstand zit, zal net zo hard moeten meedoen als Ayse uit de Schilderswijk, die als een schim iedere dag haar kinderen naar school brengt, bakt en poetst en verder totaal niet meedoet. En Karel-Floris uit Wassenaar ook. Dat er alleen in Den Haag een wethouder Burgerschap is maakt mij trots, maar tegelijk verwonder ik me erover. Hopelijk zullen de bijeenkomsten die het ministerie van BZK in het land over dit thema organiseert, professionals én burgers inspireren om vooral te gaan DOEN!

Fatos Ipek-Demir (1970) is manager Burgerschap bij HOF, Promotie Haags Vrijwilligerswerk. Ze is afgestudeerd aan de Hogere Europese Beroepen Opleiding (Haagse Hogeschool) en heeft onder meer 7,5 jaar als (senior) beleidsmedewerker gewerkt bij E-Quality, kenniscentrum voor emancipatie, gezin en diversiteit. Fatos maakt zich als professional en als burger druk om mensen die aan de zijkant van de samenleving worden geduwd of die ervoor kiezen om aan de zijkant te (blijven) staan. Naast inhoudelijke kennis van zaken heeft ze veel aan haar Grieks-Turkse-Brabants-Haagse achtergrond.

1 REACTIE

  1. Beste Fatos,
    Jij wilt graag onderzoeken wat scholen doen aan burgerschap. Mijn advies, bel eens met de onderwijsinspectie. Ik heb de indruk dat zij het thema burgerschap steeds serieuzer nemen. De school in Amsterdam, die de deuren moest sluiten, deed dat niet omdat er slecht onderwijs gegeven werd. De leerlingen kregen op keurige wijze lezen, schrijven en rekenen, enz. De school moest de deuren sluiten, volgens info van de inspectie, omdat men – tegen de afspraken in – zich niet hield aan het programmaonderdeel burgerschap.
    Ik deel je mening t.a.v. de bijeenkomsten van het ministerie van BKZ. Kort gezged, ik hoop met je mee.
    Met vriendelijke groet,
    Saskia Mulder
    Raadslid PvdA
    Den Haag

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.