Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Niet meteen oordelen bij beperking en kinderwens

Mensen met een beperking die kinderen willen moeten zo goed mogelijk ondersteund worden. Die ondersteuning begint bij het verkennen van de kinderwens. En dat vraagt in de praktijk wel iets van begeleiders.

Blesgraaf is programmaleider Jeugd bij Cordaan en werkt al  26 jaar met ouders met een verstandelijke beperking. Ze zegt in het februarinummer van Markant dat ouders vooral samen met de begeleider willen nadenken over hun wens en niet beoordeeld willen worden. ‘Als begeleider moet je heel goed hebben nagedacht over hoe je tegenover dit onderwerp staat. Je moet met ouders alle voor- en nadelen kunnen verkennen, zonder dat ze zich meteen afgewezen voelen.’

Onderzoek
Uit onderzoek blijkt dat er drie succesfactoren zijn voor ouderschap van mensen met een beperking. Het durven vragen en accepteren van hulp, goede opvoedinterventies en steun uit het sociaal netwerk. Zo blijkt dat ouders sneller om hulp vragen als ze een goede relatie met hun begeleider hebben. Dat betekent niet alleen een goede band, maar ook over het samen vaststellen van doelen en hoe je daaraan gaat werken.

Leren
Als hulpverleners positieve verwachtingen hebben over wat ouders met een beperking kunnen leren, vragen die ouders makkelijker om hulp. Blesgraaf herkent dat in haar praktijk. Ze begeleidde ooit een team dat niet heel erg positief tegenover de kinderwens van een cliënt stond. Die cliënt belde Blesgraaf en zei dat ze haar oefenpop uit het raam zou gooien, ‘want hij jankt de hele tijd’. Goed dat deze vrouw belt, vindt Blesgraaf. ‘Maar waarom deelt ze deze stress met mij een niet met haar persoonlijk begeleider?’

Oordeel
Het oordeel onder begeleiders is soms sterk, want ouders hebben het label ‘verstandelijk beperkt’.  Om vrij van oordeel te zijn, is het volgens Blesgraaf belangrijk dat medewerkers als team blijven reflecteren. Ook is een goede samenwerking belangrijk met de mensen rond het gezin. Desondanks moet de beperking wel gezien worden en ook de risico’s die daardoor ontstaan. Kijk wat het kind nodig heeft, wat ouders zelf kunnen bieden met behulp van hun netwerken welke professionele ondersteuning er nog moet zijn. ‘We weten dat ouders met een beperking profiteren van opvoedprogramma’s en dat ze kunnen leren.’

Diana Davelaar is 35 jaar en heeft autisme. Ze heeft nu twee jaar verkering en wil graag kinderen. Ze oefende met een pop en constateerde dat ze er klaar voor is. Lees haar verhaal en dat van anderen in het februarinummer van Markant >>

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.