Kim Baesjou is schoolmaatschappelijk werker op een mbo in Eindhoven. Zij merkt dat het proces van zorg toekennen, soms langer duurt dan voor de transitie. ‘Als ik nu voorstel dat een kind door een psycholoog moet worden gezien, moet die vraag eerst naar het wijkteam, dat beslist welke zorg wordt toegekend. De generalisten in het wijkteam kunnen ook een heel andere kant op gaan dan ik wil. Bijvoorbeeld door niet de jeugdzorg in te schakelen, maar eerst hulp dichtbij te organiseren. De wijkteams hebben dan een andere aanvliegroute.’

Transitie

Als professional uit het veld zat Kim Baesjou vorige week in een landelijke discussie over wat er goed en fout gaat in de jeugdzorg op dit moment. Dat was nog vóór de Kinderombudsman een pittig rapport publiceerde over de stand van de jeugdhulp in de transitie. ‘Ik herken wel dat de transitie leidt tot kansen, maar ook tot vertraging in de besluitvorming. Vóór de transitie belde ik naar de jeugdzorg, kreeg het kind een indicatie en was er hulp geregeld. Als je nu zorg wil regelen, moet dat via het wijkteam’, zegt Baesjou. ‘Hier kan nog een slag worden gemaakt, de transitie is nog niet klaar.’

Lees meer over het rapport van de Kinderombudsman in: “Jeugdzorg hapert in de wijkteams”>>

Zichtbaar

Baesjou verwacht dat aan het einde van het jaar zal blijken dat er meer geïnvesteerd moet worden in de jeugdzorg: ‘Jongeren gaan niet uit zichzelf naar de hulpverlening. Mijn ervaring is dat je zichtbaar moet zijn op plekken waar kinderen en jongeren samen komen. Op scholen, in buurthuizen, op straat. Als mensen je gezicht zien, dan gaan ze ook praten over hun problemen. Met die aanpak wordt hulpverlening toegankelijker voor deze doelgroep.’

Coachen

De transitie heeft zaken ook ten goede gekeerd, vindt Kim Baesjou. Sociale professionals hebben een andere manier van werken onder de knie gekregen. Wij lossen niet de problemen op, maar coachen de mensen om zelf hun problemen op te lossen.

Trainingsplan

Om goed te functioneren, zegt Baesjou, is het nodig dat de organisatie waar je voor werk, je ook goed faciliteert: ‘Niet alleen met een computer en smart phone, maar juist ook door de professional de ruimte te geven zich te ontwikkelen en met een persoonlijk trainingsplan. De professional bepaalt zelf wat hij nodig heeft om zijn werk te doen.’

Online hulp

Daar hoort volgens Baesjou zeker bij dat professionals meer online gaan werken. Zij werkt mee aan een programma voor online-training en online-werken. Baesjou merkt dat dit soort vaardigheden nog lang niet bij iedereen vanzelfsprekend zijn. ‘Sommige professionals zien het nut niet, vinden het te moeilijk of hebben echte weerstand tegen het digitale proces. Dat is een pittig proces en een cultuurverandering. Het komt er volgens veel professionals ook “allemaal nog bij”. Ik ben ervan overtuigd dat dit gaat veranderen. Professionals zullen inzien en ervaren dat online werkenwijzen kansen biedt om een groter deel van onze doelgroep te bereiken.’