Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Oud denken

Monitoring is hot, zeker met de transities in zicht. Er bestaan heel veel monitoren: de Decentralisatiemonitor, de Stapelingsmonitor, de Leefbaarheidsmonitor en de Participatiemonitor. Ze buitelen als het ware over elkaar heen en alleen al daarom vind ik het goed dat er nu op landelijk niveau wordt geprobeerd om een zekere regie aan te brengen.
Oud denken

De VNG werkt samen met KING aan een lijst met indicatoren. Deze lijst is bedoeld voor de zogeheten horizontale verantwoording. Dus om de gemeenteraad en burgers informatie te geven over hoe ver maatschappelijke doelen zijn gerealiseerd. Door deze standaard indicatoren kunnen de gegevens van verschillende gemeenten of voorzieningen worden vergeleken. Zo wordt bijvoorbeeld voorkomen dat een aanbieder die actief is in meerdere gemeenten bij de ene gemeente op een andere manier gegevens moet aanleveren dan voor een andere gemeente.

Op internet staat nu een conceptlijst met ruim 60 indicatoren. Het is de bedoeling dat er uiteindelijk 35 overblijven. Op het eerste gezicht ziet die lijst er niet verkeerd uit, hoewel er maar weinig aandacht is voor effecten. Veel indicatoren gaan over het gebruik van het sociaal domein. Mij bekruipt echter het gevoel dat gewerkt wordt vanuit ‘oud denken’. Hoewel in het overheidsbeleid hoog wordt opgegeven over de participatiesamenleving, lijkt uitsluitend de overheid aan zet bij de ontwikkeling van monitorsystemen.

Waarom worden hier geen aanbieders, cliënten- en burgerorganisaties bij betrokken? Uiteindelijk moet monitoring hen helpen bij hun werk en aansluiten bij het perspectief van cliënten en burgers. Monitoring mag geen bureaucratische operatie worden. Monitoren zijn er om van te leren en om zicht te krijgen op waar verbeteringen nodig zijn. En daarvoor is het belangrijk dat alle relevante belanghebbenden betrokken zijn bij de ontwikkeling van het stelsel van indicatoren.

Laat de lijst die nu wordt gemaakt vooral geen keurslijf worden, maar een basis voor een gesprek op lokaal niveau waarbij alle relevante partijen zijn betrokken: gemeenten, aanbieders, cliënten/burgerorganisaties. Een open lijst dus, een lijst die nog kan veranderen, een lijst die dienstbaar is aan het veld. Een lijst waar we allemaal van kunnen leren en waardoor we zien wat beter kan.

Saskia Keuzenkamp, Teamleider Effectiviteit van Movisie

Geef je reactie

Om te kunnen reageren moet je ingelogd zijn. Heb je nog geen account, maak dan hieronder een account aan. Lees ook de spelregels.